Op mijn vorige weblog had ik een rubriek Vannacht gedroomd, die (voor mij) na al die jaren best grappig is om te lezen. Kan me de meeste van die dromen nauwelijks herinneren. En ik realiseer me dat ik het nooit meer zover zal brengen als mijn verre voorouder met zijn Dromenboek.
Maar vannacht toch wel weer een vreemde droom gehad, die enigszins verband lijkt te houden met het toegenomen aantal eieren dat Hanneke en ik momenteel eten om redenen, waarop ik hier wellicht later nog eens inga. De droom was als volgt:
Ik was bezig twee eieren in een kom te kloppen, maar na een tijdje zag ik dat de dooiers niet kapot gingen. Ik drukte erop met de garde en sloeg nog harder, maar ze bleven keurig heel. Nog harder erop gedrukt en geslagen met de garde, maar het hielp niet. Toen pakte ik een dooier met mijn hand op en kneep erin. Hij bleek te bestaan uit een vezelachtige, gele substantie die veel harder was dan een dooier. Is dit het begin van een kuiken, dacht ik. Nee, dat zou er heel anders uitzien. Het geheel was wel wat te vervormen, maar uit elkaar kreeg ik het niet. Ik bleef de dooiers met mijn handen kneden, maar kwam niet veel verder. En werd wakker.
Vanmiddag aan de psychiater maar eens vragen wat dat nu allemaal betekent.