In mijn vorige blog (robvaneeden.nl) beschreef ik soms dromen, zoals deze: Vannacht gedroomd (25 februari 2006) We zijn druk bezig in een, van binnen helemaal witte, houten barak, bovenop een duin, een paar mensen en ik. Er moet nog van alles gebeuren om de ruimte helemaal in orde te krijgen. Het is een werkruimte. Een collega installeert een groot apparaat en een andere collega is aan het schoonmaken en inrichten. Ik kijk naar buiten en zie in de diepte het strand en de zee met de horizon in de verte, het is helder weer. Op het strand loopt een man, ik weet dat het een dief is. Er is ingebroken in onze ruimte en we moeten extra opletten, want hij zou weer kunnen toeslaan. Maar bang voel ik me niet, het is allemaal licht en luchtig. En het duurt niet lang meer voor we klaar zijn. Dan gaan we pas goed aan de slag. Als ik weer naar buiten kijk, zie ik opeens dat het water flink gestegen is. Het strand is niet meer te zien, want daar is nu de zee met flinke golven. De dief zie ik niet meer, of misschien ergens in de verte. Ik kan niets doen. Ook zie ik opeens een paar schepen die moeite hebben om door de golven te komen. Eén ervan, een oude bark met zeilen, maakt slagzij. In onze barak is het nog steeds rustig, mijn collega’s zijn aan het werk en lijken niet te weten van wat zich buiten afspeelt. Ik zie dat stijgende water en realiseer me dat het wel eens zo hoog zou kunnen komen dat het ook de barak binnenstroomt. Maar als ik weer kijk, realiseer ik me dat dat toch wel onwaarschijnlijk is. We bevinden ons op een brede hoge duintop en het ziet er niet naar uit dat het water verder zal stijgen. |
Categorie archief: Verhaal over mijn leven
Wat m’n voorouders zagen …

Uit het Scheepvaartmuseum, Amsterdam.
Verhalen over mijn leven?
Een verhaal over mijn leven – 14 –
Ik vraag me de laatste tijd wel eens af waarom ik deze ‘verhalen over mijn leven’ schrijf.
Net een boek gelezen van Jean-Claude Carrière met veel korte oude verhalen: Le cercle des menteurs. Sommige passages (vertaald in het Nederlands) raken me.
“We vertellen verhalen, net zoals vroeger. En dat zullen we waarschijnlijk altijd blijven doen. We houden ervan om te vertellen. Weet je wat me gisteren overkwam? Nee? Luister!. En we luisteren. Vaak, zelfs als we iemand goed kennen, luisteren we geduldig als hetzelfde verhaal aan andere vrienden wordt verteld. We brengen dit vriendelijke offer. We weten dat hij (of zij) het leuk vindt om middenin het verhaal te staan. Een paar minuten de aandacht te hebben. Het is een echt bestaansmoment. We leven in een verhaal, in het onze en in de geschiedenis van sommige mensen die dicht bij ons staan. En we leven ook in andere verhalen, die we delen met onze buren, met een volk, soms zelfs met heel de aarde. ”

en
“Op een dag vroeg ik neuroloog Oliver Sacks wat een ‘normaal’ mens is, naar zijn idee. Misschien een onbenullige vraag, maar hij had er een standpunt over. Hij aarzelde en antwoordde dat een normaal mens iemand is die zijn of haar eigen verhaal kan vertellen. Hij weet waar hij vandaan komt (met een oorsprong, een verleden en herinneringen in een zekere volgorde), hij weet waar hij is (zijn identiteit). En hij denkt dat hij weet waar hij naartoe gaat (hij heeft plannen met uiteindelijk de dood als eindpunt). Hij zit in de ontwikkeling van dat verhaal, hij ‘is’ een verhaal en hij kan het zelf vertellen.”
PS in dit verband: Vertel me wie ik ben op Netflix, een buitengewoon verhaal dat de moeite waard is.
Een verhaal over mijn leven – 12 –
Opa Van Oostrum
Uit vorige bijdragen zou de indruk kunnen zijn ontstaan dat mijn opa een sombere man was, gekweld door schuldgevoelens over zijn jong overleden zoon. Zo heb ik hem echter niet gekend. Bijna alle herinneringen aan hem zijn positief.

In 2004 werd Netwerken werkt, op weg naar de baan die je wilt gepubliceerd (waarvan inmiddels meer dan 25 drukken en 50.000 ex zijn verkocht). Een paar jaar later schreef ik nog een boekje over netwerken, maar meer in algemene zin. Daarin staat het volgende over mijn opa.
“Een half jaar na het verschijnen van Netwerken werkt organiseerde ik (begin 2005) een try-out voor een workshop over … netwerken. In de trein op weg ernaar toe kwam opeens de vraag op hoe ik aan die interesse in netwerken was gekomen. Een echte ‘netwerker’ vond (en vind) ik mezelf niet. Toch had ik er een boek over geschreven, maar waar kwam die interesse eigenlijk vandaan?
Direct kreeg ik heldere herinneringen aan mijn opa, de vader van mijn moeder. Ik had me tot dan toe nooit gerealiseerd dat hij een belangrijk voorbeeld voor me is geweest.
Een verhaal over mijn leven – 10 –

Dit verhaal is lang, 22 bladzijden (wel met plaatjes). Daarom is het opgenomen als pdf-bestand, te downloaden en op het scherm te lezen of op papier als je het print. Het verhaal heet ‘Mijn vader en ik’ en bestrijkt bijna mijn hele leven, met nadruk op de rol die mijn vader daarin heeft gespeeld. Geen spannende roman, maar echt gebeurd over liefde, porno, overspel, bedrog, fraude, dubbellevens en geld, veel geld!
Veel leesplezier!
Mijn vader en ik – pdf
Een verhaal over mijn leven – 9 –
Is dit een verhaal over mijn leven? Ja, in zekere zin gaat dit verhaal ook over mijn leven, alhoewel het zich er (in de tijd) ver vóór afspeelt. Over voorouders die ik niet (of nauwelijks) heb gekend, zeg maar mijn overgrootouders en daarvoor. Tot zo’n vijfentwintig geleden had ik daar nauwelijks interesse voor, te druk met andere dingen. Het hoort blijkbaar bij de leeftijd om er zo rond je vijftigste wel belangstelling voor te krijgen. En dan komt het goed uit dat zoon Michaël ook die leeftijd heeft bereikt. In de afgelopen jaren heeft hij op My Heritage een indrukwekkende stamboom samengesteld (van meer dan 6.200 personen) van onze familie en die van onze partners. Het is dus nu mogelijk om tot ver terug in de geschiedenis te zien wie onze voorouders waren, waar ze woonden en (vaak ook) wat voor beroep ze hadden.

Een verhaal over mijn leven – 7 –
Familie van Frederik van Eeden?
Tot zo’n 10 jaar geleden was ik er stellig van overtuigd (vrij) directe afstammeling te zijn van Frederik van Eeden, de beroemde Tachtiger, pionier in Nederland van de psychoanalyse, oprichter van Walden en nog veel meer. Dat wist ik omdat mijn vader dat altijd vertelde. Ik weet niet precies hoe hij de relatie omschreef, maar het was zoiets als: Frederik van Eeden was een broer van mijn overgrootvader. Niet dat er veel over gepraat werd verder, maar dat is ons (kinderen) altijd duidelijk gemaakt.
Toen ik in 1965 m’n baccalauréat deed op een frans lyceum kon ik Nederlands kiezen als keuzevak. De professor Nederlands aan de Sorbonne die me ondervroeg heb ik omstandig uitgelegd dat ik familie van hem was. Wat er toe leidde dat we vooral over een paar boeken van Frederik van Eeden spraken die in natuurlijk gelezen had, wat leidde tot een hoog cijfer.
Ook toen ik Hanneke leerde kennen, begin jaren 70, wist ik nog steeds ‘zeker’ dat ik familie van Frederik was. En dat was een grappige coïncidentie. Hanneke en ik woonden in een (soort van) commune. En Hanneke’s grootvader (de linkse dominee Pake van Veen) en de ‘broer van mijn overgrootvader’ dus leefden en werkten een tijd samen in de gemeenschap Walden in het Gooi. We voelden ons daardoor extra verbonden; onze voorouders hadden samen gestreden voor een betere wereld, net als wij zeventig jaar later probeerden te doen.
In november 2012 deden Hanneke en ik deze cursus gegeven door Bert Hinnen in het natuurvriendenhuis in Darp. Heel leuk om in een groep een zoektocht te houden naar het verleden van je voorouders met – af en toe – aangrijpende ontdekkingen en verhalen.
Hanneke wist al dat ze ergens een ‘beroemde’ voorouder had: Dorus Rijkers, Helderse mensenreder op zee. Nu vond ze precies uit hoe ze daarmee ‘ geparenteerd’ was, zoals dat in stamboomtaal heet.
Ik concentreerde mijn zoektocht op Frederik van Eeden, maar hoe ik ook speurde, enig verband tussen zijn en mijn familie kon ik niet vinden. De twijfel was toen wel gezaaid.
Helemaal duidelijk werd dat mijn vader abuis was, toen zoon Michaël zich stortte op het maken van onze stamboom. Inmiddels is hij zo’n beetje begin 1700 aangekomen, maar een relatie met de stamboom van Frederik van Eeden (die we ook hebben uitgezocht) is er niet.
Eigenlijk niet zo gek dat mijn vader – ook op dit gebied – de waarheid niet hoog in het vaandel had, maar daarover later.
Een verhaal over mijn leven – 6 –
Inmiddels is de kop van dit bericht veranderd in ‘Verhalen …’, want een aaneengesloten verhaal over mijn leven wordt het niet. Wel korte en langere verhalen over periodes, ontmoetingen, werk, familie, relaties etc.
En ik vind het toch nodig om niet direct over mezelf te beginnen, maar over mijn voorouders en wat ik daar (misschien, wellicht) van heb overgehouden/meegekregen.
Niet ouder dan zestig?
Dit alles schrijf ik in ‘reservetijd’, want vanaf mijn – ik schat – vijftiende dacht ik dat alle mannen in mijn familie vroeg doodgingen en zouden gaan, zo rond hun zestigste. Ik heb ook jaren verkondigd niet ouder dan zestig te worden. Mijn vader stierf op zijn zestigste, zijn vader ook vrij jong en mijn opa van moeders kant stierf toen hij 67 was. Maar hoe dichter die leeftijd naderde, hoe onwaarschijnlijker het werd dat ik die niet zou overleven. Nu, twaalf jaar later denk ik zelfs nog wel een tijdje te gaan te hebben.
Mijn aanvankelijke idee (dat iedereen in mijn familie niet ouder dan zestig werd) klopte niet, helemaal niet, bleek later toen zoon Michaël een uitgebreide stamboom had gemaakt, waaruit duidelijk werd dat de overlijdensleeftijd van m’n voorouders (acht generaties) via mijn vader gemiddeld 67 is. Met nauwelijks verschil tussen mannen en vrouwen en uitersten zijn 53 en 75 jaar. Via mijn moeder werden de mannelijke voorouders gemiddeld 63 en de vrouwen 77 werden. Met uitersten van 35 en 94.

Hoe lang dan wel?
Via mijn vader een vrij consistent beeld van gemiddeld 67 jaar en via mijn moeder gemiddeld 70 jaar, maar sterk uiteenlopend en voor mannen wat lager.
Als ik naar het leven van mijn vader kijk, dan zie ik een man die veel stress had, pieken en diepe dalen in zijn leven, zwaar rokend, veel drinkend en etend (variërend van 95 tot 110 kilo). Waarschijnlijk lijdend aan hoge bloeddruk zonder daarvoor medicatie te krijgen. Zo erg heb ik het nooit gehad gelukkig. Mijn moeder (van wie ik veel heb, denk ik, bijvoorbeeld het haar, immer redelijk zwart), was ook lang een zware roker, drinker en gebruiker van allerlei tranquillizers. Toch werd ze tachtig. Zo bont als zij heb ik het ook niet gemaakt.
Wat zegt dat eigenlijk? Niet veel, maar dat ik nog een aantal jaren te gaan heb op mijn 72ste is – ijs en weder dienende – waarschijnlijk. De 80 zou ik moeten kunnen halen, misschien iets minder of – wie weet – iets meer. Nog 5 tot 10 jaar te gaan dus, laten we het daar maar op houden. Overigens bevestigd door het CBS die statistisch berekent dat ik als man nog 10,2 jaar te leven heb op mijn 72ste.
Middelmatig tegen de wind leunen …
Zoon Michaël wees ons op de film die momenteel in filmhuizen draait: Leaning into the wind, over het leven en werk van landschapskunstenaar (eigenlijk geen goede term) Andy Goldsworthy. Die hebben we gisteren gezien en dat was helemaal de moeite waard. Niet alleen omdat het een prachtige film is over een heel bijzondere kunstenaar, maar ook omdat het allemaal aansloot bij wat ik hier probeer duidelijk te maken. Hieronder een aantal punten die de film zo waardevol maakten.
De rol van kunstenaars is om ons op een andere – niet rationele, niet wetenschappelijke – manier naar de werkelijkheid te laten kijken. Wat tot inzichten kan leiden die misschien wel veel verder gaan dan al onze wetenschappelijke ontdekkingen. En dat doet deze Andy precies. Wat aansluit bij een boek dat ik lees: De geschiedenis van het denken, filosofie, wetenschap, kunst en cultuur van de oudheid tot nu van André Klukhuhn.
- Goldsworthy gaat nog verder dan Oudemans over wie ik hier eerder schreef, die ons voorhoudt dat we ons meer bewust moeten zijn van het plantaardige in onszelf. Hij laat zien dat je nog verder terug, of letterlijk dieper kan gaan door je meer met de aarde, de stenen, de rotsen te verbinden. Het gekliefde stenen pad is daar een sprekend voorbeeld van.
- Ik durf het bijna niet te zeggen bij deze grootheid, maar ik voel me met mijn kabouterhuisjes aan hem verwant.
Het is natuurlijk maar mini-mini en uiterst middelmatig, maar mijn kabouterhuisjes doen hetzelfde met de ‘natuur’ om ons heen, door je te ‘verleiden’ er eens heel anders naar te kijken, onbevooroordeeld, zonder je verstand … als een kind. Zoals hier en hier beschreven.
Een verhaal over mijn leven – 5 –
Oplettende lezers van dit vreemde blog zullen inmiddels wel denken: wanneer begint die vent nou eens met dat verhaal? We krijgen wel allerlei – min of meer – vaag geklets over ons heen over middelmatigheid, over plantaardig leven, de oerknal en wat al niet, maar waar blijft het verhaal over dat leven van Rob nou?
Dames en heren, ik moet u gelijk geven, dit duurt te lang. Wat is er aan de hand? Waar zit de weerstand om gewoon beginnen te vertellen hoe mijn leven zo’n beetje verlopen is? Het ligt er niet aan dat er misschien weinig ‘publiek’ is voor dit verhaal. De familieleden (en enkele anderen), waarvan ik verwacht dat ze het zouden willen lezen, zijn voldoende reden om aan de slag te gaan.
Nee, de weerstand zit erin dat dit voor mij echt een soort samenvatting van alles zal zijn, een definitief oordeel. Hoe ben ik hier gekomen? Wie ben ik geweest, wat heb ik gedacht en gedaan en wat is het eindresultaat van dat alles?
Ik moet toegeven dat het begrip middelmatigheid misschien wel een manier van me is geweest om me op voorhand vrij te pleiten van de periodes waarin ik (te) weinig of niets heb bereikt. Anders gezegd, zoals ik laatst tijdens een gesprek met drie dames ontdekte, als ik eerlijk ben, had ik meer willen bereiken dan ik héb bereikt. Het spijt me dat ik mijn energie, talenten en intelligentie lang niet altijd goed heb gebruikt, maar achter andere dingen heb aangerend zonder veel na te denken.
Maar hierbij beloof ik dat het afgelopen is met dat ellenlange voorwoord zonder kop noch staart. Vanaf de volgende post volgt het concrete verhaal van mijn leven.