Zoon Michaël wees ons op de film die momenteel in filmhuizen draait: Leaning into the wind, over het leven en werk van landschapskunstenaar (eigenlijk geen goede term) Andy Goldsworthy. Die hebben we gisteren gezien en dat was helemaal de moeite waard. Niet alleen omdat het een prachtige film is over een heel bijzondere kunstenaar, maar ook omdat het allemaal aansloot bij wat ik hier probeer duidelijk te maken. Hieronder een aantal punten die de film zo waardevol maakten.
De rol van kunstenaars is om ons op een andere – niet rationele, niet wetenschappelijke – manier naar de werkelijkheid te laten kijken. Wat tot inzichten kan leiden die misschien wel veel verder gaan dan al onze wetenschappelijke ontdekkingen. En dat doet deze Andy precies. Wat aansluit bij een boek dat ik lees: De geschiedenis van het denken, filosofie, wetenschap, kunst en cultuur van de oudheid tot nu van André Klukhuhn.
- Goldsworthy gaat nog verder dan Oudemans over wie ik hier eerder schreef, die ons voorhoudt dat we ons meer bewust moeten zijn van het plantaardige in onszelf. Hij laat zien dat je nog verder terug, of letterlijk dieper kan gaan door je meer met de aarde, de stenen, de rotsen te verbinden. Het gekliefde stenen pad is daar een sprekend voorbeeld van.
- Ik durf het bijna niet te zeggen bij deze grootheid, maar ik voel me met mijn kabouterhuisjes aan hem verwant.
Het is natuurlijk maar mini-mini en uiterst middelmatig, maar mijn kabouterhuisjes doen hetzelfde met de ‘natuur’ om ons heen, door je te ‘verleiden’ er eens heel anders naar te kijken, onbevooroordeeld, zonder je verstand … als een kind. Zoals hier en hier beschreven.