Geïnteresseerde volgers van deze site hebben wellicht gemist dat er op een ouder artikel een uitgebreide reactie is verschenen. In de discussie tussen de heer Kemme en mij (en het vervolg daarop) is daarmee een volgende stap gezet. Ook de laatste, want grote vermoeidheid en mistroostigheid is op mij nedergedaald na het lezen van deze laatste reactie van Heer Kemme. Ik heb me gerealiseerd dat het heilloos is hiermee door te gaan. We zullen het nooit eens worden, never the twain shall meet. Heeft hij gelijk of ik? Het doet er niet toe. Ik heb me door al dat geschrijf over godsdienst gerealiseerd dat enige zendingsdrang ook mij niet vreemd is. Ik heb de illusie gehad gelovigen te kunnen bekeren tot het atheïsme, en dat is een heilloze weg, zie ik nu in.
Maar toch ben ik ook deze keer weer blij geworden, zelfs enigszins in een halleluja-stemming. Jaren heb ik gewerkt voor Stimezo Nederland, het is wel lang geleden, maar het staat me nog vers in het geheugen. Een van de knappe dingen die Paul van Brederode (we hebben onlangs afscheid van hem moeten nemen) in die jaren gedaan heeft, is het opzetten van een uitgebreid onderzoeksprogramma over abortus en anticonceptie. Paul Schnabel, huidig directeur van het Cultureel Plan Bureau, begon zijn carrière daar met het opzetten van dat programma (met capabele collega’s) dat jarenlang veel waardevolle rapporten opleverde. Ook werd er onderzoek gedaan naar anticonceptie(voorlichting) en abortus onder jongere (en heel jonge) vrouwen.
En nu komt Kemme met de onthullende tekst: “Ikzelf was niet zo blij om in het middelbare onderwijs in Nederland condooms te moeten uitdelen, wetend dat die het aantal tienerzwangerschappen en abortussen alleen maar doen toenemen.”
Het gaat om het woordje “wetend”. Om dat woordje stop ik met deze discussie. Kemme “weet” dingen en zal altijd dingen blijven “weten”, omdat hij gelooft. Ik “weet” eigenlijk niets, want ik geloof niet. End of story.
Heel juist van je, dat je na dat: wetend dat….deze ergernis afsloot.
vr groet L-10
Dag meneer van Eeden,
Ik weet niet of u nog een reactie wenst: u wet de indruk van niet, maar tegelijk lokt u het uit door publiekelijk met mij in debat te gaan, mét reactiemogelijkheid op uw site. Ik zal dus toch reageren.
Ik ben blij met uw ontboezeming, dat u gelovigen tot het atheïsme tracht(te) te bekeren. Als christen probeer ik me daar wat voorzichter over uit te drukken. Ik zou het heel leuk vinden als ik u van bepaalde dingen kon overtuigen, maar ik ben voorlopig slechts bezig met het antwoorden op wat u over (en tot) mij schrijft. Een gesprek op redelijke argumenten, met respect voor de persoon met wie je spreekt. Voor mij hoeft dat met deze correspondentie niet afgelopen te zijn, maar ik laat dat aan u over, die het gesprek begonnen is. Ikzelf denk dat de argumenten van de (katholieke) godsdienst het winnen van alle andere, maar u zal dat wel pretentieus vinden. Een dergelijke discussie moet dat aantonen en daar ben ik blijkbaar (nog) niet in geslaagd.
Ik zie dat ik mij over die condooms en tienerzwangerschappen wat kort door de bocht heb uitgedrukt. Ik ben van de leeftijd dat ik de introductie van anticonceptie in het algemeen in de biologielessen meegemaakt heb en meen dat dat het seksueel verkeer tussen jongeren en later ook tieners heeft ‘bevorderd’. Je kon nu immers ‘veilig vrijen’. Het probleem is echter dat anticonceptie geen 100% zekerheid biedt, waar onthouding dat wel doet. Maar men gaat er van uit dat de jeugd zich niet kan onthouden. Als je dan seksuele (vaak ook nog wisselende) contacten ‘bevorderd’ of ten minste ‘fasciliteert’ door lessen in het gebruik van pil en condooms, dan kan je niet anders als zwangerschappen krijgen op steeds lagere leeftijd, al dan niet afgebroken door abortus provocatus. Immers, als de jeugd zich zou onthouden, zoals dat op grote schaal het geval was voor de seksuele revolutie, dan heb je ook minder zwangerschappen op lagere leeftijd. Geen seks leidt immers tot geen zwangerschap, zoals u weet. Toen ik de middelbare school verliet, in 1977, was het in Nederland zo dat de eerste seksuele contacten plaats vonden vanaf 18 jaar; maar ten ik midden jaren tachtig (katholieke) jongerenweekends leidde kwamen jongeren mij ‘waarschuwen’ dat het toen al rond 16, 15 of zelfs 14 jaar seksueel actief werden. Ze merkten dat ik wat naïef dacht dat het nog zo was als ‘in mijn tijd’. Later (begin jaren 90) ging ik eens mee op pad met een voorlichtster van de (doen) de VBOK en moest vernemen dat een van de grootste zorgen van de schooldirecties de tienerzwangerschappen geworden waren, met alle dramatische gevolgen voor de schoolprestaties van dien. Ik heb de onderzoeken verder nooit zo gevolgd, maar het zou mij toch zeer verbazen als u mij cijfers kon voorleggen die aantoonden dat sinds – laten we zeggen – 1965 het aantal tienerzwangerschappen in Nederland stabiel is gebleven of minder is geworden.
Mijn wat ongenuanceerde uitspraak waarover u valt was gebaseerd op een feitelijk onderzoeksresultaat van de abortus-evaluatiecommissie van de Belgische overheid (ik woon nu in Vlaanderen, nabij Brussel). Daar bleek dat elke keer al in de afgelopen toen jaar de Vlaamse overheid een ‘veilig vrijen-campagne’ had gehouden, met het aanprijzen van de bekende anticonceptie, waaronder het condoom, het aantal tienerzwangerschappen in de periode volgend op de campagne toenam. Met bereikte dus precies jet tegendeel van wat men beoogde! Ik geloof dat ze er nu dan ook mee gestopt zijn, met die campagnes, vanwege de effecten. Zoals u hopelijk toch weet is het omdoen van een condoom op het moment dat de hartstocht het overneemt geen eenvoudige zaak en is daarom het condoom een erg onbetrouwbaar middel tegen zwangerschappen. Een onderzoek van de VN heeft trouwens aangetoond dat in landen in Afrika waar AIDS bestreden is met condooms met een (soms toenemende of hoogstens ligt afnemende epidemie bleven zitten, terwijl landen die op onthouding en trouw in de relatie inzetten, het aantal HIV-besmettingen drastisch zagen dalen. De betreffende onderzoeker (ene Green), heeft openlijk toegegeven: de paus heeft gelijk in zijn abortusstandpunt. Ik moet dus – los van mijn geloofsovertuiging, als bioloog en als kritisch denkend mens, concluderen dat condooms verspreiden in de klas uiterst riskant is. En dan denk ik niet alleen aan de mogelijkheid van tienerzwangerschappen of SOA’s, maar ook aan de emotionele schade die tieners en jongeren oplopen als ze op zeer onvolwassen leeftijd een zo intieme relatie aangaan, die vaak geen stand houdt. Die jongeren zitten dus al op heel jonge leeftijd met een gigantische emotionele schade. Dat is wat mij ook gebleken is in de periode van dat jongerenwerk, toen jongeren mij dat gewoon kwamen vertellen. Meisjes van 17 die al door verschillende jongeren ‘gebruikt’ waren, omdat men zogezegd ‘veilig kon vrijen’, nu met die condooms of met de pil. En jongens die niet geleerd hadden een meisje, haar lichaam en haar vruchtbaarheid te respecteren, zichzelf te beheersen, en dus het ernstige risico lopen die meisjes slechts als lustobject zien.
Dit is wat uitgebreider de achtergrond van mijn te kort door de bocht geformuleerde opmerking. U mag er op reageren, maar dat laat ik aan u over.
Met vriendelijke groet,
Vincent Kemme
Biofides.eu
Edward Green, senior research scientist at the Harvard School of Public Health, degene die dhr. Kemme hier aanhaalt, geeft een veel genuanceerder beeld van de betekenis van condoom-gebruik in de preventie van Aids, dan fanantieke voor- of tegenstanders ons willen doen geloven. Dat geldt ook voor dhr. Kemme.
Heel kort samengevat komt Greens visie hierop neer: condooms kunnen een rol spelen in het voorkomen van HIV-infecties. Alléén focussen op die preventie-strategie kan weinig succesvol tot zelfs contra-productief zijn. Hij geeft daar voorbeelden van. In andere gevallen, voorbeelden worden ook door Green genoemd, heeft condoomgebruik wel bijgedragen aan een aanmerkelijke vermindering van het aantal HIV-infecties. Green beschouwt het beschikbaar zijn van condooms als een belangrijk instrument in de preventie van nieuwe HIV-infecties, maar niet als enige en in bepaalde (sub)culturele omgevingen als ondergeschikt aan andere preventiestrategieën. Onthouding, zich beperken tot één of enkele vaste sexpartners (bijvoorbeeld binnen huwelijksrelaties) zijn in zijn optiek minstens zo belangrijke succesfactoren. In die zin sluit hij zich aan bij woorden van de paus. Onthouding van sex is (behalve in perinatale overdracht) en van het gebruik van geïnfecteerd materiaal (druggebruik, ziekenzorg) is een zekere manier van het voorkomen van HIV.
Ik zeg niet dat bij Green het begin en het eind ligt van het gelijk over effectieve preventie van HIV-infecties, maar het kan geen kwaad eerlijk te kijken naar wat hijzelf te berde brengt: http://www.washingtonpost.com/wp-dyn/content/article/2009/03/27/AR2009032702825.html.