Van vriend Jaap kreeg ik de onderstaande reactie op het vorige stuk (- 3 -) met dit onderwerp. Daaronder mijn antwoord aan hem.
Ik vraag me af wat je motivatie is. Je zegt zelf ergens dat je een soort evaluatie van je leven wilt maken. Je eigen leven evalueren, dat is nogal hachelijk, dunkt me. Hoe ga je te werk? Eigenlijk ben je al klaar, want je zegt dat je middelmatig bent, een middelmatig leven hebt geleid. Dat lijkt een oordeel op grond van waarden die voor jou van belang zijn.
Dit is geen negatieve constatering; integendeel, je bent blij, opgelucht, schrijf je zelfs. Die opluchting komt misschien doordat je beseft dat je je leven ‘plantaardig’ hebt geleefd. Het ging niet zozeer om de nagestreefde doelen, maar om de wonderlijke kronkelingen in je levenspad. “Ik rotzooi maar wat aan”, verzekerde Karel Appel ons, maar intussen bereikte hij toch heel wat op die intuïtieve wijze. Hij liet het min of meer aan het toeval over wat waar hoe en waarom de verf op het doek kwam.
Ik vermoed dat de term “middelmatigheid” een soort geuzennaam is. Je bevrijdt jezelf van het heilig moeten en geeft jezelf de ruimte om deze kant of die kant op te gaan, al naar gelang het licht dat je nastreeft, precies zoals een boom zijn takken die kant op stuurt waar het meeste licht is; zo krijgt hij in de loop van tientallen of zelfs honderden jaren vorm.
Toch zit die middelmatigheid me niet helemaal lekker. Je evalueert je leven, oké, maar als je meteen al begint met jezelf middelmatig te noemen, dan waardeer je je leven toch tamelijk vlak. Of niet?
Om misverstanden of zelfs ‘ongeloof’ te voorkomen, zou een goede omschrijving (ik gebruik niet het woord ‘definitie’) van de term ‘middelmatigheid’ zoals jij die gebruikt heel welkom zijn. Mogelijk komen dan ook meteen enkele waarden naar voren die in jouw evaluatie van je leven tot nu toe een rol spelen.
Bij middelmatigheid denk ik aan de vergelijkingen die je maakt. Als ik denk aan Einstein – ook al heb ik hem persoonlijk niet gekend – en kijk naar mijn eigen prestaties, dan blijft er maar weinig van mijn leven over. Zelfs middelmatigheid kan ik dan eigenlijk niet meer claimen. Anderzijds zijn er heus wel mensen met wie ik mij in mijn eigen voordeel kan vergelijken: de Anti-Einstein, zeg maar. Daartussenin zou zich dan mijn persoonlijke middelmatigheid kunnen bevinden.
Ik heb zelf niet zoveel met evaluaties. Ik ben al, dus om te zijn hoef ik niet per se iets te doen. Ik kan rustig zitten en weten dat mijn bewustzijn een uiterst wonderlijke vorm van zijn is: bewust zijn. Frappant is dat de filosofie ooit begonnen is met de vraag: wat is het Zijn? Deze vraag komt steeds weer terug, zij het soms verborgen of verbogen. Heidegger heeft die zijnsvraag in zijn hoofdwerk Zijn en tijd proberen te beantwoorden. Ik leef dat antwoord, ik ben oud en wijs genoeg om te weten wat het zijn inhoudt en daar geniet ik van (geen hedonisme!).
Ik ben benieuwd naar je eventuele autobiografie – als het tenminste de bedoeling is dat ik die ooit te lezen krijg. Op de foto zie ik een indrukwekkend archief; ik kan me voorstellen dat daar genoeg informatie en de neerslag van persoonlijke ervaringen gereed liggen om een boeiende autobiografie uit te kunnen opstellen.
Nou, tot zover dan maar voor deze keer. Ik hoop dat het niet al te middelmatig is uitgevallen.
Beste Jaap,
Dank voor je uitgebreide reactie. Het komt maar zelden voor dat lezers van m’n blog me zo’n reactie sturen. Ik stel dit bijzonder op prijs en doe hierna een poging antwoord te geven op de verschillende punten die je aan de orde stelt.
Wat mijn motivatie is?
Je valt direct met de deur in huis door die vraag te stellen. Waarom een verhaal, of erger nog: een ‘evaluatie’ als ik blijkbaar al tot een conclusie ben gekomen?
Laat ten eerste dat woord ‘evaluatie’ maar vallen. Dat had ik beter niet kunnen gebruiken. Het gaat me er eigenlijk om een verhaal op te schrijven dat wellicht de moeite waard is om gelezen te worden door mijn zonen en hun kinderen, Hanneke, haar kinderen, enkele familieleden en vrienden en – wie weet – nog andere belangstellenden. Niet als een verantwoording of evaluatie, maar als een verhaal dat hopelijk iets toevoegt aan wat ze al van me weten. Een nadere kennismaking, zeg maar. Voor na mijn dood, maar ook voor nu, voorzover al beschikbaar via dit blog.
Daarbij komt zeker mijn middelmatigheid (of de veronderstelling daarvan) aan de orde. Ik vind het zinvol juist daarover te schrijven, omdat middelmatigheid een te negatieve klank heeft en überhaupt niet de moeite lijkt om het over te hebben. Wat ik nu juist wel vind. Maar ik geef toe dat het allemaal wat verwarrend overkomt.
Eerst doen, dan denken
Dat heeft te maken met een typische eigenschap van me: eerst doen, dan denken. Ik zal waarschijnlijk op mijn 72ste niet veel meer veranderen op dat vlak. Mijn hele leven ben ik vaak ergens pardoes ingesprongen zonder veel nadenken, laat staan overwegen. Iets sprak me aan, het voelde goed, dus deed ik het. Vaak kwam ik er pas later achter wat het precies inhield waarvoor ik ‘gekozen’ had. Soms ook ontdekte ik dat er eigenlijk iets achter stak, wat ik niet wist toen ik ervoor ‘koos’, maar wat wel waardevol bleek te zijn. Overigens bleek ook vaak dat ik beter niet had kunnen beginnen aan zo’n impulsieve keus.
Dat je zo ‘leeft’ tot je zo’n beetje meerderjarig bent, is – op enkele uitzonderlijke mensen na – vrij normaal. Maar ook na mijn 20ste heb ik nog vele jaren van alles gedaan, zonder er goed bij na denken. Trouwen bijvoorbeeld. Wel begrijpelijk dat ik dat zo snel deed, na de rampspoed en ellende die zich in mijn ouderlijke gezin had afgespeeld de laatste jaren van m’n middelbare school.
Maar ook de studiekeuzes die ik maakte. Als ik daaraan terugdenk, waren die meer ingegeven door – eerst – de richting waarin mijn ouders me duwden (ingenieur worden), later door vrienden die culturele antropologie studeerden, weer later door een gewaardeerde relatie die me stimuleerde af te studeren als bedrijfssocioloog in Rotterdam. Allemaal keuzes die ik niet doordacht. Ik heb best veel aan die studies gehad, maar echt bij me passen deden ze niet. Pas veel later kwam ik erachter welk werk ik echt zinvol vond en waarin ik ook redelijk goed ben geworden.
Ik rotzooi maar wat aan
Ik zou middelmatigheid niet als een geuzennaam willen zien, omdat het geen keuze is, het overkwam me. Karel Appel rotzooide wel wat aan, maar dat deed hij – denk ik – heel bewust. Bij mij was dat niet zo. Niet dat ik denk dat het in mijn geval (en vele anderen) meer bewuster had kunnen of moeten gaan, maar het is en was een vrij willekeurig en door van alles gestuurde ontwikkeling, waar vaak best iets aardigs is uitgekomen, maar af en toe ook weinig fraais. Inderdaad zoals je de ontwikkeling van een boom beschrijft. Die hier aan de kust scheef staat door de westenwind, wat hij ook koos of (zogenaamd) wilde. Of waarvan een grote tak verdort door de droogte en afbreekt.
Jou zit die middelmatigheid niet helemaal lekker. Het spijt me dat ik het niet duidelijker kan zeggen, maar dat is nu precies wat ik aan de orde wil stellen. De meesten van ons (zoals in de normaal-curve boven dit blog) zijn gewoon middelmatig, maar dat is niet negatief, we vormen de overgrote meerderheid. Juist het besef van middelmatigheid kan me – denk ik – wat verder helpen in de richting van meer bewuste keuzes en richting. Maar nu draai ik in een kringetje rond, want als ik Oudemans moet geloven (waartoe ik geneigd ben) dan heeft het stellen van doelen überhaupt geen zin, omdat het in het leven toch allemaal anders (middelmatiger!) loopt.
Ja, en het is nodig om ‘middelmatigheid’ nader te omschrijven. Maar daarover later, want eenvoudig is dat niet. Langzamerhand vraag ik me ook af of middelmatigheid eigenlijk wel de juiste term is om duidelijk te maken wat ik wil zeggen/voel. Het onderwerp middelmatigheid (als blog) ben ik eigenlijk ook ingesprongen zonder er wat langer over na te denken. Hier zit ik, ik kon blijkbaar niet anders.
Wel weet ik dat het niet om het vergelijken gaat met anderen, Einstein of niet. Het gaat meer over hoe het leven en levens als de onze in elkaar zitten, hoe die zich ontwikkelen. Woorden die daarmee te maken hebben zijn: willekeur, toeval, (on)geluk. Heel gewoon, met misschien af en toe een uitschieter naar de goede of de slechte kant. En of ik daar nu echt voor gekozen hebt?
Zijn
Ik begrijp enigszins wat je zegt over ‘zijn’ en Heidegger. Maar zelf heb ik moeite om te zeggen: ik ben, en dat is me voldoende of daar geniet ik van. Misschien zal het daarop uitdraaien; ik denk dat jij daar verder in bent dan ik.
Zo langzamerhand staat mijn ‘autobiografie’ in de stijgers. Het zal meer een aantal autobiografische verhalen worden.
Binnenkort komen daar stukken van op papier en op dit blog te staan.
(wordt vervolgd)