Goed oud worden, hoe doe je dat?

De afgelopen maanden hebben we (o.a.) binnen de Haagse club Slimme Senior nagedacht over ouder worden, wat dat inhoudt, hoe je er tegenaan kunt kijken en hoe je ermee omgaat. Eerder schreef ik al over het boek De wijsheid van de tandeloze glimlach. Mijn stelling daarover was dat de ouderdom (zoals dat boek min of meer suggereert) niet alleen maar rozengeur en maneschijn is, maar dat je ook allerlei onverwachte rampen en ellende te wachten staan.
Inmiddels heb ik een aantal boeken en artikelen gelezen en er met diverse lotgenoten over gesproken en is het tijd voor wat (voorlopige) conclusies. Niet dat je echt uitgepraat raakt over dat onderwerp, maar toch. Maar eerst nog dit.

Ruim twintig jaar geleden, toen Hanneke en ik na de periode van de Vrekkenkrant nog druk waren met het publiceren van allerlei boeken over zuinigheid en netwerken, spraken we met onze uitgever over een mogelijk nieuw onderwerp: ouder worden. Vooral Hanneke had het idee dat we daarover een goed boek zouden kunnen schrijven. Het lag enigszins in het verlengde van wat we al propageerden: sparen voor later. Dat helpt, maar er is natuurlijk meer nodig om een zo aangenaam mogelijke oude dag te organiseren voor je naasten en jezelf.
Hanneke had al een paar stukken geschreven o.a. ontleend aan Simple Living Investments van Michael Phillips en Catherine Campbell, waarin niet alleen uitgelegd wordt dat je moet investeren in spaargeld, maar ook in je netwerk en activiteiten om goed voorbereid te zijn om de ouderdom.
Toch is het boek er niet gekomen, vooral omdat ik dwarslag (zoals gebruikelijk). Ik bleef het idee houden dat ik nog niet klaar was voor dat onderwerp als begin vijftiger: te weinig ervaring en kennis van het onderwerp. We hadden dan wel het Hangouderencafé in het leven geroepen, maar ook dat leek me te weinig basis om te gaan schrijven. Hanneke vond dat jammer, maar nu, twintig jaar, later ben ik blij dat ik er niet aan heb meegewerkt. Op mijn 71ste ben ik er wel achter dat ik toen echt geen idee had wat me te wachten stond.

Ongetwijfeld het meest diepgravende boek/proefschrift over (moderne) ouderdom is Becoming who you are van Hanne Laceulle. Tegen (onze) ouderdom wordt op allerlei manieren aangekeken. Laceulle noemt dat narratieven, ‘verhalen’ die in onze cultuur de ronde doen. Over ouderdom zijn er twee dominant: het trotseer- en het vervalverhaal.
Het vervalverhaal komt erop neer dat je de ouderdom ziet als een steeds meer toenemend verval. Daar is niets aan te doen, je zult je erbij moeten neerleggen tot de dood erop volgt.
Het trotseerverhaal gaat daar dwars tegenin, je moet zo lang mogelijk ‘jong’ blijven (doen). Sporten, vakanties, lekker uitgaan, genieten etc.
Het grappige is dat beide verhalen van hetzelfde uitgaan: een negatief beeld van ouderdom. Ofwel je legt je erbij neer, ofwel je vecht ertegen tot je laatste snik.

Centrale stelling in het proefschrift is dat er meer mogelijk moet zijn dan die negatieve beelden. Laceulle gaat op zoek naar nieuwe narratieven, positievere verhalen over ouderdom. Het boek geeft daar niet echt heel duidelijke voorbeelden van. Wel wordt de richting aangegeven waarin volgens Laceulle gezocht moet worden. Zij noemt het ‘zelfverwerkelijking’. De oude dag geeft je – juist omdat je meer tijd, afstand en overzicht hebt – de mogelijkheid je verder te ontwikkelen tot ‘wie je werkelijk bent’. Natuurlijk is de kans groot dat je steeds meer te maken krijgt met kwetsbaarheid, afhankelijkheid en eenzaamheid. Daarmee zo goed mogelijke leren omgaan is de uitdaging.

Daar kan je negatief tegenaan kijken, maar met alle ervaring en wijsheid die je (hopelijk) inmiddels hebt, kun je er ook mee leren omgaan. Dit is nu eenmaal je leven en het is een uitdaging er ook in die situatie iets van te maken. Juist door de ouderdom ben je misschien beter in staat dan jongere mensen om met kwetsbaarheid en afhankelijkheid om te gaan, van jezelf en van anderen. Het blijft allemaal nogal vaag of ik moet het boek niet goed gelezen hebben, maar het biedt wel perspectief.
Inderdaad krijg ik veel te maken, vooral na mijn zeventigste, met ziekte, gebrek en afhankelijkheid van familie en vrienden. En het is inderdaad een uitdaging om daarmee te leren omgaan. Een zoektocht, vaak op de tast, zo voelt het, want het is toch grotendeels onbekend terrein. En dat we dat niet alleen kunnen ligt voor de hand, daarom ben ik blij met initiatieven als Slimme Senior, zoals hier in Den Haag.

Ook las ik Mooi oud zijn, mooi oud worden, een zoektocht van Gertrude Klinkhamer en Joke Roeleveld. Niet, zoals het proefschrift hierboven, geschreven door een ‘jongere’, maar door twee vrouwen die de ouderdom inmiddels zelf aan den lijve ondervinden.
Vooral het eerste deel van het boek, een essay over ouder worden door de eeuwen heen, vond ik interessant en leerzaam. Het biedt een overzicht van – zo’n beetje – alles wat er over ouderdom is geschreven. Wat ik me, dat lezende, vooral realiseerde is dat ouderdom zoals wij die nu kennen, een relatief nieuw fenomeen is. Vroeger werden (sommige) mensen ook wel oud. Maar niet zoveel als nu. Er is inmiddels een stuwmeer van babyboomers in aantocht.

Wij hebben ondanks onze gevorderde leeftijd een perspectief van enkele tientallen jaren, wat vroeger maar hoogst zelden voorkwam. Met die gevorderde leeftijd krijgen we ook veel meer te maken met ziekte, gebrek, invaliditeit en ga zo maar door. Tegelijkertijd realiseer ik me ook, hoe goed we het hier hebben, met alle mogelijke vormen van huisvesting, (gezondheid)zorg, hulpverlening, vrijwilligerswerk en ga zo maar door. Er wordt door de samenleving dan wel negatief tegen de ouderdom aangekeken, maar als ik alle initiatieven van en voor mijn generatie ziet, maak ik me niet zo’n zorgen dat we er – met z’n allen – toch nog iets heel moois van kunnen maken.

Ook het boek Ouder Worden Hoe Doe Je dat? ervaringsdeskundigen aan het woord bevestigt dat. We hobbelen natuurlijk allemaal min of meer achteruit, maar dat hoeft niet te betekenen dat we als geslagen honden bij de pakken gaan neerzitten. Ik vind het moeilijk om om te gaan met vrienden en familie die ernstig ziek zijn, psychische klachten hebben en steeds eenzamer en afhankelijker worden. Daarmee omgaan is inderdaad een leerproces, maar er zit niets anders op dan er toch iets van te maken. En vaak blijkt dat gewoon mogelijk, met de juiste instelling en vereende krachten.
En dan blijk ik ook nog aan ‘zelfverwerkelijking’ te doen. Wat wil je nog meer?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s